De kunst van een goed vuurtje maken
9 September 2016
Kampvuurtjes zijn fijn. Want je mag dan wel een glamper zijn, in ieder mens schuilt ook een woeste indiaan. Of cowboy, of alphamale. Lekker oer: jij en de natuur. En er moet een vuur komen om de wolven op afstand te houden, toch? En dat gaat je lukken. In deze blogpost: het geheim van een goed vuurtje in 6 stappen volgens twee stoere brandweermannen.
-
Kies een goede plek voor je vuurtje; het liefst een plaats waar al eerder een vuur is geweest en ver genoeg van luifels, tenten en andere brandbare zaken.
-
Graaf een ondiepe kuil, verwijder gras en mos rond de kuil en leg er stenen omheen.
-
Sprokkel droog dood hout in de omgeving. Goed brandhout is beuk, berk, esdoorn, es, linde, hazelaar, den en spar. Hout van de iep, populier, wilg, vlier, kastanje en els brandt niet goed. En neem geen larikshout; dat geeft gevaarlijke vonken. Bij droog weer, raap je hout van de grond. Is de grond vochtig, breek dan dode takken van bomen af; dat is droger hout. Gebruik geen levend hout en hak nooit bomen om.
-
Nu komt het: het geheim van een goed vuur zit in de kern die je aansteekt. Verzamel daarom ook ‘tondel’: hooi, riet, dennennaalden, droge twijgjes, droge boombast en harsdruppels, liefst op het droogste moment van de dag. Bewaar de tondel eventueel in een droge plastic zak tot het tijd is voor een vuurtje.
-
Maak eerst een kern van tondel en zet er lange dunne houtjes omheen in wigwamvorm. Zo ‘likt’ het vuur langs een groter oppervlak en brandt het sneller. Zet daarna de andere takken er in wigwam-vorm omheen. Eerst de dunne takjes en daarna de dikkere. Laat aan de kant waar de wind vandaan komt, een kleine opening in de piramide, dan worden de vlammen vanzelf aangewakkerd. In dit gat steek je de kern van het vuur aan. Blaas de vlammen zachtjes aan vlak bij de grond.
-
Dan nog iets over het nut van navelpluis! Maak geen vuur aan met papier; het heeft een te lage ontbrandingstemperatuur om hout in brand te steken. Met waxinelichtjes kun je het vuur wel een boost geven. Prik ze aan stokken en zet ze op een paar plekken in het vuur. Het smeltende kaarsvet zal de verbranding aanjagen. Of pluis een tampon uit elkaar en stop de vezels in de kern van het vuur. Brandt als een tierelier, echt waar! Maar gebruik vooral heel veel navelpluis. Daar is het voor! Als je met een klein clubje bent, spreek je gewoon wat voorbijgangers aan. Heb je meteen een praatje.
Is je vuurtje aan? dan kun je er net zo goed mais op roosteren of een pan op zetten!
Dit moesten we ook nog zeggen van de brandweermannen: vuur kan heel gevaarlijk zijn voor mensen en dieren! Daarom moeten jullie beloven de volgende aanwijzingen ook in praktijk te brengen:
- Veiligheid boven alles
- Stook geen vuur waar het niet mag. Hou je aan lokale regels en vergunningen
- Verwijder brandbare stoffen zoals gras en mos in een straal van 1 meter rond het vuur.
- Maak nooit een vuur op bos- of heidegrond; dit kan ondergronds verder branden.
- Kies een plek niet te dicht bij een huisje, tent, hooiberg of laaghangende tak.
- Let op rookoverlast voor de buren.
- Bij sterke wind geen vuur maken.
- Let bij extreme droogte extra goed op.
- Gebruik nooit benzine of andere brandbare stoffen.
- Houd afstand van het vuur en trek geen brandbare kleding aan bij het vuur. Geen kunststoffen dus, maar wel wol en katoen.
- Let goed op de kinderen.
- Houd het vuur laag; zo kunnen vonken het vuur niet verspreiden.
- Zorg voor blusmiddelen. Zet een paar emmers water, een bak zand of een brandblusser in de buurt.
- Stook geen geverfd hout of plastic; dit zorgt voor rook met gifstoffen.
- Blijf bij het vuur zolang het aan is. Ga pas weg als het vuur is goed gedoofd en nageblust, tot de as nat blijft en niet meer warm aanvoelt.
- Vuur goed doven gaat zo: Sprenkel flink met water. Verspreid het hout en/of kooltjes. Sprenkel nog een keer flink. Als je het hout of de kooltjes kunt aanraken, is het goed. Strooi er zand overheen. Voel na met je hand of het vuur echt gedoofd is. Is het vuur nog te groot? Wees dan voorzichtig met grote hoeveelheden water. Als je er te veel water op gooit, ontstaat een hete stoomwolk die brandwonden kan veroorzaken. Begin met het verspreiden van het hout en doof het vuur met zand.
Je vuurtje nog makkelijker aanmaken? Kijk naar de stormlucifers, magische aanmaakhoutjes en firestartes van urbans and indians.